VEUO reactie inzake Consultatie Uitvoeringsbesluit Wwft 2018

Op 31 januari 2018 is het concept Uitvoeringsbesluit Wwft ter consultatie gepubliceerd.
Het concept besluit bevat o.m. nadere regels m.b.t. uiteindelijk belanghebbenden (UBOs), het vaststellen van indicatoren voor het melden van ongebruikelijke transacties en tot wijziging van bepaalde besluiten in verband met de vierde anti-witwasrichtlijn. De VEUO heeft op deze consultatie gereageerd; deze reactie kunt u hieronder via "lees meer" raadplegen.

Op grond van deze regeling moeten rechtspersonen o.m. hun UBO aanwijzen. De VEUO heeft in haar reactie, evenals de reactie bij de consultatie over de "Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden" aangegeven dat er voor beursondernemingen, en diens dochtermaatschappijen, een uitzondering van deze regeling zou moeten worden gemaakt. 

Beursgenoteerde vennootschappen zijn naar hun aard reeds zeer transparant en ook onderworpen aan intensief toezicht onder meer voortvloeiende uit de Wet op het financieel toezicht. Daarnaast ligt het voor de hand die uitzondering ook voor de geconsolideerde dochtermaatschappijen van deze vennootschappen van toepassing te laten zijn. Voor deze dochtermaatschappijen geldt namelijk dat de beursgenoteerde vennootschap feitelijk het beleid bepaalt en de zeggenschap uitoefent. De UBO van de dochtermaatschappij is derhalve de UBO van de beursgenoteerde vennootschap waarop de uitzondering van toepassing is.


Hieronder is de reactie van de VEUO op dit voorstel opgenomen.